Andrea voelt zich loyaal naar haar overleden partner. Hij is er niet meer. Hun aardse verbondenheid is afgelopen. Ze mag van haar zelf, onbewust weliswaar, nu ook niet meer genieten. Dat voelt als een verraad. Ze zouden samen oud worden. Nu is zij alleen over. De dingen die zij zich hadden voorgenomen, zijn nu samen niet meer mogelijk.
Zij is aan het overleven. Onbewust houdt zij het 'doorleven' tegen. Zowel het doorleven (verwerken) van haar verlies, als ook het verder gaan met leven, het door leven, zoals ze dat samen van plan waren. Ze ervaart haar leven als een grote leegte.
Hoe kan zij in plaats van leegte weer ruimte ervaren? Dat zelfs die leegte een ruimte wordt, waarin zij weer kan genieten?
Hoe begin je daarmee?
Word je eerst bewust van dat loyaliteitsconflict in jezelf.
De volgende vragen kunnen je daarbij helpen:
-
Ervaar je leegte, uitzichtloosheid of ruimte?
-
Welke gedachten zorgen voor die uitzichtloosheid of leegte?
Begin je zin met - 'Ik mag niet ..., want ...'.
-
Hoe wil je kennelijk met die gedachte(n) loyaal zijn?
-
Wat zou diegene die je zo mist jou toewensen?
Kortom:
Loyaal zijn, is ook trouw zijn aan jezelf en daardoor ben je juist trouw aan de ander. Als jij je daar bewust van bent, als je daar het licht op zet, dan leef je weer, ook al zou je de omstandigheden liever anders wensen.
@ 2013 Marjolijn Meijer-Licht op Verlies